Vrij naar het artikel van de heer Bas Banning in het blad Maatschappij en Politiek.
Mevrouw Van Sminia met Koningin Beatrix tijdens de opening van de internationale MEP-conferentie 2010 in Den Haag
Het EU-simulatiespel Model European Parliament (MEP) bestaat al meer dan 20 jaar. Annetje van Sminia startte het MEP in 1989 met twaalf scholen. Op dit moment wordt het in alle lidstaten en kandidaatlidstaten van de Europese Unie gespeeld door tienduizenden leerlingen. Tijd voor een interview over het ontstaan en de toekomst van het MEP. Een gesprek met een bevlogen vrouw.
Het huis van het echtpaar Van Sminia-Meijerink is een statig pand vlakbij het centrum van Den Haag. Hier zetelt het hoofdkantoor van het Model European Parliament. Het Model European Parliament bestaat uit Annetje van Sminia-Meijerink, haar man Leopold van Sminia en een secretaresse. "We hebben een kantoor aan huis en besteden hier meer dan een dagtaak aan", zegt Van Sminia. Haar man heeft meer dan 25 jaar op het Kabinet van de Koningin gewerkt. Vanaf 1990 staat hij haar bij in de organisatie van het MEP. Zij kregen beiden een koninklijke onderscheiding (Officier in de orde van Oranje Nassau) voor hun werk voor het Model European Parliament.
Active Participation
Mevrouw Van Sminia is opgeleid als jurist. Na een korte periode gewerkt te hebben in een rechtbank, zag ze het opgroeien van haar kinderen als een mooie gelegenheid om het onderwijs in te gaan. Dan gaan haar ogen gloeien: "Ik zag in mijn lessen maatschappijleer dat mensen bijna niets wisten over de Europese Unie. Leerlingen vallen, zelfs als de docent een goede dag heeft en uitstekend lesgeeft, na tien minuten in slaap als het over Europa gaat. Wat zeg ik: het hele Nederlandse volk valt in slaap als Europa wordt genoemd!" Naar aanleiding van haar overstap naar het onderwijs volgde ze een opleiding in de Verenigde Staten. "Ik werd daar getraind in effectieve vormen van kennisoverdracht, die o.a.'active participation' bevorderen. Dat kan bijvoorbeeld door een simulatiespel." In Nederland werd er in die tijd al gewerkt met een politiek simulatiespel, de Model United Nations. Maar volgens Van Sminia deden en doen hier voornamelijk Amerikaanse scholen uit de hele wereld aan mee. En ze wilde juist allerlei scholen uit heel Nederland bereiken. Ze besloot een eigen simulatiespel te maken over de besluitvorming van de Europese Unie. Dit werd het Model European Parliament.
MEP
Het Model European Parliament begon in 1989 als eenmalig evenement. Mevrouw Van Sminia vatte het plan op om uit elke provincie een school te vragen om zo met leerlingen uit twaalf provincies de besluitvorming van het Europees Parlement na te spelen. Ze wilde uit elke provinciehoofdstad een school, het liefst één van elke zuil. Ze informeerde bij haar bekenden uit de verschillende provincies met de vraag: "Welke school komt in jouw provincie in aanmerking om een voortrekkersrol te vervullen?" Vervolgens bezocht ze alle scholen en vroeg of ze mee wilden doen aan dit project. Het eerste MEP, waarbij de verschillende provincies elk een lidstaat kregen toegewezen, werd nog in de oude zaal van de Tweede Kamer gespeeld. De leerlingen kregen de opdracht: "Bel maar de Franse ambassade om te vragen wat de mening van de Franse regering is, maar je hoeft niet per se die mening te delen."
Na afloop waren de scholen zeer enthousiast en wilden het nog een keer herhalen. Dat kon, op één voorwaarde: als ze in hun eigen provincie in staat waren een provinciaal Model European Parliament op te zetten. Het bleek een gouden greep.
Op dit moment zijn er jaarlijks ruim 2.500 leerlingen die meedoen aan de provinciale en landelijke bijeenkomsten. Hierbij zijn niet opgeteld de scholen die zelfstandig een MEP organiseren als een selectieronde voor een provinciaal MEP. De leerlingen zijn afkomstig van scholen, die zowel geografisch als sociaal gespreid zijn.
Internationaal succes
In 1993 is de Europese versie van het MEP opgezet. Er bestond al wel een soort EU-simulatiespel in Frankrijk, maar dat was volgens Van Sminia nogal elitair. Zij nam contact op met Nederlandse ambassadeurs in de Europese hoofdsteden met de vraag of er een goede school was die mee zou willen doen met dit project. In 1994 kwam het eerste Europese MEP bij elkaar in Nederland. Ook hier werd weer dezelfde strategie toegepast als bij de provinciescholen. De scholen werden zodanig geselecteerd, dat zij in staat waren in eigen land een nationaal MEP te organiseren.
Van 12 naar 27
Met de uitbreiding van de Europese Unie werd ook het MEP steeds groter. Op dit moment wordt het MEP in alle 27 lidstaten gespeeld en zelfs in 3 kandidaatlidstaten. De internationale zittingen rouleren door de lidstaten. Het 33e Europese MEP werd zelfs in Istanbul gehouden. De delegaties van de kandidaat-lidstaten mogen niet meestemmen, maar zijn als observator bij de vergadering aanwezig. Wel kunnen zij hun steun of afkeuring uitspreken over een voorstel. De internationale organisatie kost mevrouw Van Sminia en haar man veel tijd. "Wij moeten 30 (27+3) ballen in de lucht houden, want ik wil wel dat ze echt mijn programma uitvoeren."
In elk land is het weer anders geregeld. Er zijn vele lidstaten die op grote schaal dit spel spelen zoals bijvoorbeeld Spanje, waar over de 7000 jonge mensen meedoen elk jaar. Steeds geografisch en sociaal zoveel mogelijk gespreid binnen de lidstaat. Maar bijvoorbeeld in Turkije moet je wel beginnen met de elitaire scholen in de grote steden. In veel Turkse provinciesteden hebben de scholen te weinig geld om mee te doen en is het niveau van Engels te laag. Nationale clichés blijken volgens Van Sminia overigens vaak te kloppen: de Grieken gaan meestal op het laatst dwarsliggen, de Duitsers sturen hun voorstel ruim op tijd rond.
Decision makers of the future
Wat is de opbrengst van de simulaties? "Er komen verrassend goede dingen uit. Jonge mensen komen met frisse en goede oplossingen.” Maar het belangrijkste doel is dat “een grote groep jonge mensen wordt gefocust op Europa. Zij zijn de decisionmakers of the future, de intellectuele elite. Maar ze zijn niet elitair van huis uit", zo benadrukt mevrouw Van Sminia. "Ze komen uit alle provincies en van allerlei verschillende achtergronden." Deze spreiding over heel Nederland en over verschillende denominaties is bewust. Het gaat er niet om alleen de beste leerlingen te bereiken, maar ook om leerlingen met verschillende achtergronden bij elkaar te krijgen. Ze bestuderen samen een probleem, praten hierover en zoeken samen een oplossing. Het MEP is volgens mevrouw Van Sminia dan ook geen debatwedstrijd. "Wij debatteren niet, wij discussiëren om tot een resultaat te komen waar iedereen zich in vinden kan." Het Model European Parliament bleek in de loop der jaren een goede kweekvijver voor politiek talent. Zo deden de Nederlandse kamerleden Farshad Bashir en Martijn van Dam ooit mee aan het MEP. Ook zitten er in de politieke jongerenpartijen veel MEP-ers. "Ze hebben geleerd niet aan de kant te blijven staan, maar om in te grijpen."
Toekomst
Al zijn mevrouw Van Sminia en haar man nog steeds zeer bevlogen, ze zijn niet meer de jongsten: zij is 72 en hij 75. Ze hebben zeven kleinkinderen. Gevraagd naar de toekomst van het MEP antwoordt ze: "Het grootste probleem is om geld te verzamelen voor de nationale en ook voor de internationale conferenties via verschillende fondsen, instellingen en de overheid Vooral mijn echtgenoot speelt hierin een grote en belangrijke rol. Ook de contacten met de verschillende regeringen van de lidstaten lopen niet altijd makkelijk."
Onlangs hebben ze besloten om het Montesquieu Instituut in Den Haag de nationale organisatie over te laten nemen. Geleidelijk zal ook hun inbreng in de organisatie van het internationale MEP afgebouwd worden.
Succes
Het Nederlandse MEP is al jaren een groot succes. Het spijt mevrouw Van Sminia dat ze niet alle scholen in de Nederlandse provincies kan bereiken: "Er is bijna geen plek meer. Statenzalen zijn vaak klein en er doen al veel scholen mee."
Gevraagd naar haar toekomstdroom voor het MEP brandt ze los: "Europa onder de aandacht brengen lukt niet door een bijvoorbeeld een 'Nacht van Europa' of andere geldverslindende programma's te organiseren. Wel door school uitwisselingen en natuurlijk ook door deelname aan het Model European Parliament. Europa zou in elke EU lidstaat dit programma ruim moeten ondersteunen. Als het aan mij ligt wordt het een onderdeel van het curriculum op alle Europese scholen."
Model European Parliament
Het Model European Parliament is een meerdaags simulatiespel over de besluitvorming van de Europese Unie. Ongeveer tien scholen uit elke provincie doen mee aan een provinciaal MEP. Elke school vertegenwoordigt een EU-lidstaat en vaardigt tien leerlingen af naar de provinciale zittingen. Elke leerling houdt zich bezig met een bepaald actueel onderwerp. Over dit onderwerp moeten zij samen met de andere lidstaten in twee dagen een resolutie schrijven. De laatste dag van het provinciale MEP presenteert elke commissie zijn resoluties en wordt er door de lidstaten gestemd. De best presterende leerling van elke school mag meedoen aan het landelijke MEP.
De jaarlijkse landelijke conferentie, die volgens hetzelfde patroon werkt als de provinciale conferenties is tevens een selectie voor deelname aan de twee internationale conferenties. Deze internationale conferenties worden steeds in een andere lidstaat gehouden. De voertaal is Engels.
Er is bij het ontstaan van het MEP bewust gekozen om niet de politieke fracties in het Europese Parlement te simuleren. Dit wordt ondervangen door tegen deelnemers te zeggen dat ze het standpunt van de regering van hun lidstaat moeten kennen, maar uiteindelijk wel hun eigen politieke mening moeten geven.
Prestigieuze lokaties
De vergaderingen van het MEP vinden plaats in zeer prestigieuze lokaties (parlementen van de lidstaten etc.) en alle leerlingen zijn formeel gekleed. "Omgeving en atmosfeer motiveert." Mevrouw Van Sminia is hierin zeer uitgesproken: "Formeel kleden zorgt voor helder formuleren. Als leerlingen vrijetijdskleding dragen, dan nemen zij ook hun vrijetijdscultuur mee."